Voor wie is het koninkrijk?
Om gelijk maar een antwoord te geven. Het koninkrijk is bestemd voor Israel. Maar wat is Israël en wie is een ware Israëliet? De laatste tijd krijg ik steeds meer moeite met de visie dat Israel het huidige joodse volk is en de gelovigen in Jezus (vanaf nu Yeshua) zijn een apart volk, namelijk de gemeente, het Lichaam van Christus. Wanneer dit ook uw visie is lees dan alstublieft tot het einde door. Wie is Israel? De allereerste vermelding of voorzegging van Israel vinden we al direct na de zondeval in het paradijs. God kondigde onmiddellijk herstel van Zijn koninkrijk op aarde aan (= het paradijs) en de redding van mensen. In Genesis 3 vers 15 zegt God dat Hij vijandschap zal zetten tussen de vrouw en satan. De vrouw zal de kop van satan vermorzelen. Dit doel moest bereikt worden door het volk Israël (=Strijder of kracht van God). In Jakob bij Pniel zag God dat Jakob bij machte was de geestelijke / bovenatuurlijke demonische machten te overwinnen. Jakob’s naam veranderde daarom in Israël. Uit Jakob zijn de 12 stammen van Israël gekomen. Zij zijn het volk waar God een huwelijksverbond mee aanging in de woestijn. God beloofde eeuwige trouw wanneer Israël zich hield aan de inhoud van het verbond. We lezen in de Thora zo vaak dat God zegt “Ik zal met u zijn” en “De HEERE uw God zal voor u strijden”. In geloof hadden ze al hun vijanden kunnen overwinnen en was zelfs een 40 jaar durende woestijnreis niet nodig geweest. Echter zagen zij enorm op tegen de reuzen in het land Kanaan, de nephilims. Vanwege ongeloof mocht de uittocht generatie het land niet in. Uiteindelijk was het Jozua die het volk het land in bracht, Opvallend genoeg is de naam Jozua precies hetzelfde in het Hebreeuws als Yeshua. Het betekent letterlijk “JHWH brengt redding”.
Toen Yeshua op aarde aan Zijn roeping begon waren Zijn eerst woorden: bekeert u en gelooft het Evangelie (= het goede nieuws van het koninkrijk). Daarbij liet Yeshua een ongelooflijke hoeveelheid wonderen zien die het bewijs waren dat Hij het was die komen zou. Het waren de tekenen van het komende koninkrijk van God (ook wel koninkrijk der hemelen). Ook ging Hij verklaren voor wie het eeuwige leven in het koninkrijk bestemd is. Het nageslacht van Jakob is bestemd voor het koninkrijk. Zij allen zijn geroepenen om zich klaar te maken voor het koninkrijk om als een reine bruid de Bruidegom te ontmoeten. Yeshua legde onder andere door gelijkenissen uit dat je niet op grond van je eigen goede werken / doen van de Wet het koninkrijk zal binnen kunnen gaan, maar alleen door geloof in Hem (want niet betekent een wetteloos leven). In Johannes 10 zegt Hij: “Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal Hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden”. Vervolgens vragen een groep Joden aan Yeshua of Hij de Messias is. Yeshua zegt daar dat de werken die Hij doet getuigen dat Hij het is. En vervolgens zegt Hij in Joh. 10 vers 26: “maar u gelooft niet, want u bent niet van Mijn schapen, zoals Ik u gezegd heb. Mijn schapen horen mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. En ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken”.
Hier zien we weer dat geloof in de Messias cruciaal is om het eeuwige leven in het koninkrijk binnen te gaan. Zoals de uittocht generatie het land niet binnenkwam vanwege ongeloof zo zal ook geen nakomeling van de 12 stammen door ongeloof het hemelse koninkrijk op aarde binnengaan bij Zijn tweede verschijning. Yeshua leerde dat duidelijk in Mattheus 22 aan de Farizeeën, overpriesters en oudsten van het volk (daar was de boodschap aan gericht). Yeshua was op aarde om de genodigden (Joden) te roepen voor de bruiloft in het Koninkrijk. De koning merkt op: de bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard. De genodigden sloegen geen acht op de bruiloft. Vervolgens stuurt de koning zijn knechten naar plaatsen waar geen genodigde mensen woonden, om niet-genodigden te gaan uitnodigen voor de bruiloft. Vervolgens lezen we van een gast die geen bruiloftskleed aan had, maar in de zaal aanwezig was voor de bruiloft. Deze gast zonder bruiloftskleed wordt uit de zaal verwijderd en buiten geworpen in de duisternis. De genodigde niet-genodigden hier zijn heidenvolken (waaronder de 10 stammen van Israel). In Zacharia 2 vers 11 staat “veel heidenvolken zullen op die dag bij de HEERE gevoegd worden en zij zullen Mij tot een volk zijn”. Ook alleen deze toevoeging kan enkel alleen door geloof in Yeshua. De persoon zonder bruiloftskleed is de persoon die op het moment van de bruiloft aanwezig is in de zaal, maar niet gereinigd is door het bloed van het Lam. De persoon heeft geen deel heeft aan het nieuwe verbond in Zijn bloed. De persoon staat er in eigen kleren en is niet bekleed met het kleed van de Messias. Ik moet hierbij denken aan verschillende gedeelten uit de Bijbel. In Jesaja 61 vers 10 staat: “Ik ben zeer vrolijk in de HEERE mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan, zoals een priesterlijk hoofd sieraad, en een bruid zich tooit met haar sieraden”. En in psalm 45 gaat het ook over de kleding. Kleding die geurt van mirre, aloë en kassie. Kleding schoon en schitterend van aanzien. Wat daar profetisch beschreven staat, hoe moeten wij mensen dan naar ons vlees ons gereedmaken voor deze dag? Het is niet mogelijk. Wij kunnen ons wel geestelijk verbinden en ons laten leiden door en met Zijn Geest. Maar naar het vlees kunnen we alleen uitzien naar de dag van opstanding en wij Hem naar het vlees gelijk zullen zijn. Alleen door vereenzelviging met Zijn dood en opstanding kunnen we het koninkrijk van God beërven. Jood en heiden zijn één in het Lichaam van de Messias. Jood en heiden zijn het Israëls Gods in het Lichaam van de Messias. Niet ons bloedverwantschap geeft ons recht op het koninkrijk, maar het gewassen zijn door Zijn bloed, de Messias van Israël. Ons Israël DNA is niet vleselijk, maar geestelijk in Hem. Maar wat nu geestelijk (onzichtbaar, verborgen) is, gaat absoluut openbaar worden. Bij Zijn tweede verschijning, bij de opstanding der doden wordt wat nu geestelijk is, fysiek zichtbaar.
Wie is een ware Israëliet? Jood en heiden die gereinigd en gewassen zijn in bloed van het Lam. Wie is bestemd voor het koninkrijk? Jood en heiden die door het geloof Zijn dood en opstanding deelachtig zijn geworden. Jood en heiden die door het nieuwe verbond geheiligd en gereinigd zijn door Zijn dood en opstanding. Geloof en navolging van Hem is het enige wat toegang geeft voor dit hemels koninkrijk.
Aan welke vrucht herkennen we een ware Israëliet? Die niet vanuit angst of plicht Zijn geboden doen, maar vanuit liefde omdat ze Gods vaderlijke zorg er in zijn gaan zien. Het dienen van God gaat daarbij niet om loon. Het dienen van God gaat daarbij niet om mooie posities in het koninkrijk. Het dienen van God gaat om uit liefde God dienen en onze naasten lief te hebben als onszelf, ja zelfs onze vijanden (naar het vlees onmogelijk). Alle roem is niet in ons vlees, maar alle roem is in Hem door Zijn volbrachte werk. En we zien uit naar het moment dat de aarde en hemel vernieuwd wordt door Zijn regering bij Zijn verschijning. Want dan kan ook de bruiloft beginnen en kan er feest gevierd worden. Dat zal gebeuren in het Nieuw-Jeruzalem. Niet in een stad die verontreinigd is door zonde, religies en waar afgoderijen plaatsvinden en gevonden hebben. Niet in een stad die gebouwd, afgebroken en weer opgebouwd is door mensenhanden, maar in de stad die God gebouwd heeft. Alleen Zijn stad zal nimmermeer ten gronde gaan. Het geloof in God en de verwachting van dit heerlijk koninkrijk rechtvaardige ook Abraham. Niet op grond van werken, wat wel een vrucht is, maar geen toegangspas is voor het koninkrijk van God. Yeshua de Messias, is de Deur, de Weg, de Waarheid en het Leven tot in eeuwigheid in Zijn hemels koninkrijk op aarde, voor Jood en heiden. Zij vormen nu in geestelijke zin tezamen in de Messias Israël en straks ook fysiek naar het vlees, lichamelijk.
Geen twee volken (Israël en de gemeente), maar één volk, Gods volk, Israël. In en door de grote Overwinnaar, onze geweldige Koning! We zijn dus reeds in Hem burgers van het koninkrijk. Maar straks zullen we ook daadwerkelijk de erfenis in ontvangst mogen nemen. De Heilige Geest is ons tot onderpand gegeven (Ef. 1). 0,0% hebben wij hier aandeel in. Alles is genade. Daarom is ook alle lofprijzing voor Hem!