Inleiding psalmzangavond Lisse
Onderstaand is een inleiding op de psalmen die ik onlangs heb mogen houden op een psalmzangavond in Lisse.
Ik ben gevraagd om de profetische laag die we in de psalmen kunnen ontdekken te belichten en wat we daarvan zien in het profetische boek Openbaringen.
Vanwege de tijd kan ik niet afzonderlijk bij elke psalm stilstaan en verbanden leggen met Openbaringen. Maar ik wil daarom kort de rode draad belichten van de psalmen die we gaan zingen in de berijmde versie en ontkom er dan ook niet aan om ook achtergronden van de psalmen te vertellen en uitleg te geven. Ik hoop dat de psalmen u nog meer zullen aanspreken en dat het mag zijn tot meerdere eer en glorie van onze Schepper.
Het thema van deze avond is hoop voor Israel. Is er geen hoop voor Israel, dan is er zeker geen hoop voor de wereld. De hoop van Israel is een vaste hoop, dat is het volbrachte werk van de gekruisigde en opgestane Messias van Israel, Jezus Christus. En over die hoop kunnen we ook lezen in de psalmen die we gaan zingen.
Ik ben van huis uit opgegroeid met het zingen van psalmen. En Psalm 68 vers 10 was zogezegd mijn lievelingspsalm. Een psalm die in mijn gemeente uit volle borst gezongen werd en het volume van het orgel aanzwelde tot een orkaan. Prachtig was dat altijd. Maar of ik nou echt begreep waar het over ging, dan moet ik eerlijk zeggen dat ik veel dingen niet begreep en veel vragen had.
Een goede vraag eigenlijk: wat zingen we eigenlijk? Waar gaat het over in de onberijmde psalmen? Het is goed om te beseffen dat het de psalmen van Israël zijn. Israël, het uitverkoren volk van God – de nakomelingen van Jakob. En toch spreken ze ook ons zo aan. Wat hebben wij dan toch met de psalmen van Israel? Is het niet dat wat Paulus schrijft aan de Efeziers, dat de Efeziers – die voorheen heidenen waren – uit genade door het geloof medeburgers van Israel zijn geworden? Is dit ook niet wat er in Zacharia 2 vers 11 staat, waar de HEERE spreekt: veel heidenvolken zullen op die dag bij de HEERE gevoegd worden en zij zullen Mij tot volk zijn. ? Ook de gelovigen uit heidenvolken worden door genade bij Israel gevoegd in en door de Messias van Israël en mogen zich dan ook medeburgers en mede-erfgenamen weten van de beloften gedaan aan Israël. En daarom spreken ons die psalmen aan. Het is wat God door Zijn Geest in ons hart gelegd heeft.
Kortweg kunnen we stellen dat de psalmen die we gaan zingen, Psalmen zijn die gaan over strijd en over overwinning. Het zijn psalmen die bemoedigen en vertroosten, maar ook spreken van schuldbesef en berouw. Maar ook psalmen van lofprijzing, om Wie God is, om Zijn genade en Zijn barmhartige ontferming, om Zijn liefde.
Het zijn Psalmen die uit zien met groot verlangen naar de nieuwe aarde en de nieuwe hemel, ook wel Gods koninkrijk of ook wel het koninkrijk der hemelen genoemd in de Bijbel. Psalmen waar we lezen van een groot verlangen om in Gods aanwezigheid te verkeren, de zaligheid.
In psalmen als psalm 68, 76, 79, 149 lezen we over strijd. In psalm 68 staat bijvoorbeeld “God zal de kop van Zijn vijanden verpletteren”. Daarmee wordt bedoeld dat God de aanvoerder – satan – van Zijn vijanden zal doden.
En waar gaat die strijd dan om? Die strijd gaat om ons mensen. God wil de mens onder Zijn heerschappij, onder Zijn vaderlijke zorg, onder Zijn liefde te brengen en de mens het eeuwige leven te geven in het koninkrijk der hemelen, het paradijs, het Nieuw Jeruzalem op de nieuwe aarde.De strijd is een strijd tussen God en satan. Het is de strijd die in Genesis 3 direct na de diepe val in het paradijs aangekondigd werd.We lezen in Genesis 3: “Ik zal vijandschap zette tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zij zult het de verzenen vermorzelen”.Hier zit een diepere laag in. God maakt later bekend dat Israel, de vrouw, Zijn bruid, zijn bruidsgemeente is. De vrouw is een beeld van Israel. Met het nageslacht van Jakob is God een huwelijksverbond mee aangegaan in de woestijn.
God had Israel aan de wereld gegeven, om een licht te zijn voor de heidenvolken, dat wil zeggen om een navolgend voorbeeld te zijn, tot onderwijs voor de heidenvolken, om onder Gods heerschappij te komen en daarmee verlost te worden van de eeuwige dood, zonde en satan.
Maar Israel ging andere wegen bewandelen dan Gods wegen. Israel werd ontrouw aan het Sinaiverbond en ze gingen heidense afgoden dienen. De vrouw Israel – de bruid – had zich verontreinigt met zonde en gehoereerd met afgoden. En laten we de hand maar in eigen boezem steken. Maar Israels ontrouw maakte ook de weg open voor de komst van het nieuwe verbond uit Jeremia 31. Het nieuwe verbond, waarvan Jezus zei dat het nieuwe verbond, Zijn dood, Zijn bloed is. Het bloed van de gekruisigde Messias, betekent reiniging van zonde, vergeving van schuld en toegerekende gerechtigheid voor Zijn volk. Zodat er weer een reine bruid is die in navolging van de Messias Zijn geboden willen doen vanuit het hart door de inwoning van de Heilige Geest. En het goddelijke bevel van de Koning der koningen, de Leeuw van Juda, is dan ook: geloof in Mij en volg Mij na.
Door de Messias – die door het nieuwe verbond het volk Israël vertegenwoordigd – is de satan ont-troont. Hoe heeft satan Jezus geprobeerd ten val te brengen als we denken aan de verzoekingen in de woestijn. Satan verleidde Jezus om Hem alle koninkrijken van de aarde te geven, wanneer Jezus een knieval voor satan zou maken. Maar de Messias van Israel is de grote Overwinnaar! Hem is gegeven alle macht op aarde en in de hemel.
Alle koninkrijken zullen Zijn eigendom zijn, Hij zal de einden der aarde bezitten bij Zijn verschijning op aarde. Alle koninkrijken zullen voor Hem buigen. En zoals het in psalm 102 staat “Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid”. Het woordje vrezen betekent: met veel bewondering diep ontzag hebben, heilige eerbied hebben voor de hemelse Koning.
Toch is er nog steeds een diepe haat tegen Israël, tegen de God van Israël. We zien en horen het vandaag de dag overal om ons heen. Maar er komt een dag dat de Messias van Israël de wereld zal rechten, zal oordelen. We lezen dit in de psalmen, bij de profeten, maar ook in Openbaringen. God gaat recht doen van God over het vele onschuldig vergoten bloed van Zijn heilig volk, maar zal ook net als in de tijd van Noach, de goddeloosheid van de mensen oordelen. Israël is Zijn volk, Israël is een genadegift van God aan wereld, om in Jezus het eeuwig leven te ontvangen en daarom weegt het enorm zwaar wanneer wanneer de mens geen acht slaat op Jezus als het Licht der wereld in Zijn volk. Niemand is te verontschuldigen en heeft een eigen verantwoordelijkheid.
De psalmen die we gaan zingen gaan ook over rust en vrede voor het volk van God. Er wordt wel eens gezegd dat het joodse volk een Messias verwachtte die hen zou bevrijden van de Romeinse overheersing en een aards koninkrijk zou stichten. De conclusie die dan wordt getrokken is, dat Jezus de zonden vergeeft, innerlijke rust geeft, en dat de verlossing van de vijanden en het koninkrijk geestelijk uitgelegd moet worden. De profetieën en de psalmen moeten dan geestelijk uitgelegd worden en als vervuld. En toch we doen daar het Woord van God te kort mee. In Jesaja 32 vers 18 lezen we dat God zegt: “Mijn volk zal verblijven in een woonplaats van vrede, in veilige woningen, in oorden van zorgeloze rust”. De tekst geeft geen enkele aanleiding om dit geestelijk uit te leggen.
Geestelijk uitleggen van deze teksten zijn in de vroege kerk gebeurd toen de tempel verwoest was en het joodse volk verjaagd was uit Kanaan, in het jaar 70. Israel bestond niet meer en het nieuwe Israel waren nu de gelovige heidenen. Het aloude Israel, het nageslacht van Jakob, werd vervangen door een nieuw en geestelijk Israel. Nu ontken ik de geestelijke rust, de geestelijke kant van het koninkrijk beslist niet, maar het één sluit het andere, het zichtbare niet uit. Wat nu geestelijk is, zal straks openbaar worden bij Zijn tweede verschijning aan de wereld. Maar de leer dat het aloude Israel vervangen is heeft geleid heeft tot vreselijke vervolgingen van het joodse volk.
Ook in onze dagen is de verwachting op een tijdperk van wereldwijde rust en vrede, het geprofeteerde vrederijk kwijtgeraakt en vergeestelijkt.
Toch zagen mannen als Wilhelmus Brakel (schrijver van de Redelijke Godsdienst), Jonathan Edwards, John Bunyan, Isaac DaCosta, en ook Calvijn dit vrederijk niet als iets geestelijks, maar als een heerlijke tijd van rust op aarde, omdat het bolwerk van de antichrist, volgens hen, de Paus / de kerk van Rome, om zou vallen. En dat hebben ze goed gezien.
Maar wat zei Jezus zelf over het doel van Zijn komst. Toen Hij naar gewoonte op shabbat naar de synagoge ging en Hem de boekrol van Jesaja gegeven werd, opende Hij de rol bij Jesaja 61 en hij citeerde daar een halve profetie. Hij stopte halverwege de profetie over Zijn eigen komst. Hij stopt nadat Hij gezegd heeft “om te prediken het aangename jaar des Heeren”. Dit aangename jaar des Heeren is het vrederijk en dit rijk kondigde Hij aan bij Zijn volk en Hij liet het ook zien door tekenen en wonderen.
Maar de zin in de profetie zelf gaat verder, want daar staat namelijk “en de dag van van de wraak van God, om de treurigen te troosten”. En juist die zin zegt Hij niet. En dat is opmerkelijk. Maar de dag van Gods wraak gaat zeker komen. Alleen niet voor zijn volk, niet voor zijn bruidsgemeente Israel.”.
Zijn eerste komst kwam Hij met dit doel: de vloek van het oude verbond, de vloek van de wet over Zijn volk Israel op zich te nemen door te sterven als een vervloekte aan het kruis. Maar ook om de verzaakte opdracht van Israel over te nemen door Zijn bloedstorting, het Nieuwe Verbond. Hij overwon door Zijn dood en opstanding de duivel en het slangenzaad om een weg te banen voor het voor het koninkrijk der hemelen op aarde. Om het Licht der wereld te zijn waardoor heidenen ook de God van Israel kunnen en mogen gaan dienen, de erenaam Israel mogen dragen en ook de zaligheid mogen beërven.
Zijn tweede komst staat in het teken van het daadwerkelijk thuis halen van Zijn uitverkoren volk Israel uit de vier hoeken der aarde en allen uit de heidenvolken die zich in Christus gevoegd hebben bij Israel en de God van Israel zijn gaan dienen. De graven zullen bij Zijn wederkomst geopend worden en die van Christus zijn zullen eerst opstaan en een onvergankelijk, nieuw lichaam ontvangen.
We lezen in 1 Korinthe 15 vers 25 dat Jezus zal heersen als Koning en alle vijanden onder zijn voeten zal leggen en dat heeft dit doel “opdat God zij alles en in allen”. En dit alles lezen we in Openbaringen en in de psalmen. Openbaringen is niet gegeven van “zie dit is er allemaal gebeurd, het is voltooid”, maar bekendmaking over de dingen die “haast geschieden moeten”.
De psalmen gaan ook over de zaligheid, over het beërven van de zaligheid. Bijbels gezien betekent dat met lichaam en geest voor eeuwig verlost te zijn van zonde, van satan, maar eeuwig leven en een nieuw en overgankelijk lichaam hebben. Zalig worden is ook wonen in het Nieuw Jeruzalem, in het koninkrijk van God op aarde. Verkeren in de zichtbare en voelbare nabijheid van God in het beloofde land aan het nageslacht van Jakob. Want daar zal God alles, in allen zijn. De berg Sion, Gods heilige berg, is de plaats die God uitgekozen heeft om eeuwig te wonen bij Zijn volk Israel. En dat is zalig worden. We zullen het straks zingen: “Die God is onze zaligheid”. En die God zegt over Zijn volk in Jesaja 65 “Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk”.
In de laatste psalm die we gaan zingen staat: “laat Israel Zich verblijden in zijn Maker, laten de kinderen van Sion zich verheugen over hun Koning. Laten zij Zijn Naam loven in reidans, voor Hem Psalmen zingen met tamboerijn en harp”. Gods uitverkoren volk Israel en allen die bij Israel gevoegd zijn door het geloof mogen uit genade wonen in het Nieuw Jeruzalem, in de nabijheid van God. Dat is een zekere hoop. Een zekere toekomst. Openbaringen 21 vers 3 profeteert: “zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en God Zelf zal bij hen zijn”. Dat is dé zaligheid. En er is onder de hemel geen andere naam gegeven, dan de Naam van Jezus – de Gekruisigde – waardoor wij moeten zalig worden. En Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.