Een boodschap van Messiaanse gelovigen uit Israël!
Een boodschap van bemoediging voor de niet-joodse gelovigen in Yeshua (onze broeders en zusters) die over de hele wereld in Yeshua geloven.
“Besnijd daarom de voorhuid van uw hart …” (Deut. 10:16)
Toen we in 1991 tot geloof kwamen, was een van de verbazingwekkende dingen die ons overkwam dat God ons liefde voor niet-joodse mensen gaf. Dit was een geweldige openbaring voor ons. Gedurende ons hele leven tot dan toe werden we beïnvloed door rabbijnen die elke verbinding met niet-joden verbood, omdat ze volgens de rabbijnen onzuiver zijn … (Deze gedachte is nog steeds aanwezig). Toen we tot geloof kwamen, begrepen we dat de gelovige niet-Joden onze broeders en zusters in geloof zijn, die ook door God zijn gekozen zoals wij zijn, omdat zij hun hart besneden hebben door het geloof in Yeshua. Ze beleden hun zonden, bekeerden zich en ontvingen vergeving van zonden van God zoals wij.
Helaas horen we vandaag de dag van niet-joodse gelovigen uit het buitenland, dat zij zich minderwaardig voelen ten opzichte van Joodse gelovigen. Sommigen van hen willen zelfs gezien worden als Joden door uiterlijke kenmerken te gebruiken, zoals keppeltjes, gebedssjaals en franjes (tzitzit). We zijn er zeker van dat dit niet de juiste manier is en we begrijpen dat het niet acceptabel is voor God die naar het hart kijkt en niet naar de uiterlijke verschijning. In het Nieuwe Testament staat een gedetailleerde beschrijving van hoe wij, Joden en niet-Joden, ons moeten gedragen wanneer we het geloof aanvaarden. In 1 Kor. 7: 17-19 staat er geschreven: “Maar zoals God aan ieder heeft toebedeeld, zoals de Heere ieder geroepen heeft, zó moet hij wandelen. En zo schrijf ik het in alle gemeenten voor. Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij die besnijdenis niet ongedaan laten maken. Is iemand geroepen die onbesneden is, dan moet hij zich niet laten besnijden. Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het in acht nemen van de geboden van God.”
In de Torah (de wet) vertelt God ons over de besnijdenis van de voorhuid van het hart. In Deuteronomium spreekt de Heer tot het volk Israël en zegt: “Besnijd daarom de voorhuid van uw hart …” Degenen van de niet-Joden die zich bij het volk van Israël voegen door geloof in Yeshua, wordt hetzelfde bevolen, omdat “Het hart is bedrieglijk boven alle dingen. En wanhopig slecht; wie kan het weten? ‘ (Jer. 17: 9), en dat betekent het hart van ons allemaal, alle mensen, zowel Joden als heidenen.
Deze teksten in de Thora, de profeten en ook in het Nieuwe Testament laten ons zien wat echt belangrijk is in Gods ogen, de besnijdenis van het hart. Omdat uit het hart de gedachten komen en uit de gedachten, de werken.(Matt. 15:19).
In het Nieuwe Testament wordt dit onderwerp van ‘de besnijdenis van het hart’ op zes plaatsen genoemd!!! Dat laat ons zien hoe belangrijk dit onderwerp is in Gods ogen:
– In Gal.5:6 Paulus spreekt vanuit de Geest: “In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.”
– In Gal.6:15 Paulus herhaald het opnieuw en zegt: “Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn.”
– In Rom.2:28-29 is geschreven: “Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.”
– In Kol.2:11 is geschreven: “In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus.”
– In Kol.3:10-11 is geschreven: “en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.”
– In Ef.2:11-13 is geschreven: “Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die onbesnedenen genoemd werd door hen die genoemd worden besnijdenis in het vlees, die met de hand gebeurt(fysiek verbond), dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld. Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.”(een geestelijk verbond)
Terwijl het Oude Verbond betrekking had op het vergieten van bloed door de besnijdenis van het vlees (als een fysiek verbond) van een 8-dagen oude baby tot op deze dag, wat een schaduw is van het spirituele verbond in het Nieuwe Testament, is het Nieuwe Verbond een spirituele verbond van het hart. Het is de besnijdenis van het hart en het betekend het vergieten van Yeshua’s bloed voor ons (een spiritueel verbond). De gelovige niet-Joden worden vanaf nu Joden genoemd naar het hart, omdat zij de voorhuid van hun hart besneden hebben door het geloof in Yeshua, die Zijn bloed voor hen en natuurlijk voor ons vergoot. Daarom worden degenen die in Yeshua geloven uit de niet-Joden en wij, de gelovige Joden, kinderen van God genoemd en God is onze Vader. Samen zijn we broeders en zusters in Zijn zegeningen en in Zijn beloften volgens Zijn woord.
Vanaf nu hoeven niet-joodse broeders zich niet als joden te gedragen, te kleden en te leven. Ze hoeven de Joden niet te imiteren, niet jaloers op hen te zijn en hen niet te bewonderen, want door het bloed van Yeshua heeft God de niet-Joden al geaccepteerd. Prijs God! Ze zijn volgens de brief aan de Romeinen in de olijfboom geënt. 11:17: “Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom.” Yeshua is de wortel van de boom en dat is het belangrijke deel waar we allemaal mee verbonden zijn.
Yeshua is ook de hoeksteen van het gebouw van ons geloof. De gelovige Joden en de gelovige niet-Joden vormen samen het gebouw en groeien en werken samen totdat het een heiligdom voor God wordt. “Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest(Ef.2:19-22). Hij is ook de wortel van ons geloof, daarom hoeven wij, de Joden en de niet-Joden, die tot geloof komen, niet naar onze wortels in het verleden te zoeken, omdat Yeshua de Messias de wortel van ons geloof is, Hij is de basis en de bron van ons leven. Yeshua zegt over Zichzelf in Openbaring 22:16: “… Ik ben de Wortel en de Nakomeling van David …”
Wij, de gelovige Joden, hoeven niet te roemen met ons Jodendom door onze gebruiken en uiterlijkheden zoals de keppel, gebedskleed etc. Het gevolg is dat de gelovigen niet-Joden ons willen imiteren om aan de buitenkant op Joden te lijken. Dit gedrag kan de muur van vijandigheid herbouwen en de gelovige Joden en de niet-gelovige Joden scheiden. Dit is tegen Gods Woord. “Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken…”(Ef.2:14-14) Evenzo moeten niet-joodse gelovigen niet neerkijken op de Joden die tijdelijk van de olijfboom worden verwijderd, omdat het joodse volk nog steeds deel uitmaakt van Gods toekomstplan. Gods verbond met het Joodse volk is een eeuwig verbond en zal voor altijd blijven.
Wij wachten allemaal op het moment waarop het volk van Israël zal uitschreeuwen naar Yeshua: “Gezegend is Hij die komt in de Naam van de Heer” en Hem accepteren als hun Redder en Verlosser. We begrijpen dat degenen die dit zullen zeggen het overblijfsel van het volk Israël zullen zijn.
Ondertussen danken we God die ons Zijn Zoon Yeshua heeft gestuurd om ons allemaal tot Hem te brengen. We zijn allemaal zonen van God zoals geschreven in Gal. 3: 26-29: “Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.“
Dus, wij allemaal, gelovigen in Yeshua, Joden en niet-Joden, zijn Zonen van Abraham, hij is “een vader van vele naties” volgens het Oude Testament en “de vader van het geloof” volgens het Nieuwe Testament. Wij allemaals amen maken deel uit van het zaad van Izaäk, die de zoon van de belofte is. “Ook niet omdat zij Abrahams nageslacht zijn, zijn zij allen kinderen. Maar: Alleen dat van Izak zal uw nageslacht genoemd worden. Dat is: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen van God, maar de kinderen van de belofte worden als nageslacht gerekend”(Rom. 9: 7-8).
Daarom zijn de gelovige niet-Joden (‘Joden’ geestelijk in hun hart) ook kinderen van de belofte met ons, de gelovige Joden, en samen zijn we Gods uitverkoren volk. “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent(1 Petrus 2: 9-10).
Lof en glorie aan onze God!
Dan en Dalia Alon, Mizpe-Ramon, Israël