De herkomst en de betekenis van de doop.
Het woord “dopen” in de grondtaal betekent letterlijk onderdompeling. De opdracht van Jezus om te dopen was niet iets nieuws. Van Johannes lezen we ook dat hij doopte. Maar ook bij Johannes was deze rituele handeling niet iets nieuws. De doop is een rituele reiniging. Het is niet maar een symbool of een belijdenis, maar het is voor God van grote betekenis. Het is een opdracht van God al in de Wet. Hoewel je het woord “doop” hier niet letterlijk tegenkomt, is het er wel te vinden. In oude synagoge’s uit de tijd van Jezus vind je badplaatsen waar een Israëliet een zogenaamde Mikwe nam. Hierbij ging de Israëliet volledig kopje onder, waarna hij / zij weer rein was overeenkomstig de wet van Mozes.
De doop heeft dus met reiniging te maken. De priester moest zich bijvoorbeeld wassen in het wasvat, Exodus 40:12. Zonder deze reiniging kon hij niet naderen voor het aangezicht van God. Nog zo’n reinigingshandeling lezen we in Lev. 14. De wet voor de reiniging van de melaatse. Wanneer de melaatse genezen was, moest hij zich laten zien aan de priester. Pas wanneer de genezen melaatse op de zevende dag zijn kleren en zijn lichaam gewassen had, werd hij rein verklaard. Vervolgens kon hij op de achtste dag met de priester voor het aangezicht van de HEERE verschijnen in de tent van de ontmoeting. Ook de geschiedenis van de melaatse Naäman is daarin heel duidelijk. Hij kreeg de opdracht van Elia om zich 7x te wassen in de Jordaan. En we lezen dan dat Naäman zich zeven keer dompelde in de Jordaan. Duidelijk is dat wassen in de Bijbel feitelijk onderdompeling is. En waar vinden we dit terug in het nieuwe testament? Jezus heeft vele malen melaatsen gereinigd door uit te spreken “Ik wil het, word gereinigd”. Vervolgens krijgt de genezen melaatse de opdracht om naar de priester te gaan, en te doen overeenkomstig de Wet van Mozes. Wat heeft dit nu alles met de doop te maken? Heel veel. Ten eerste is bij velen de gedachte dat de doop iets te maken heeft met het verbond. En dat is ook zo, maar wel met het nieuwe verbond, het reinigende bloed van Jezus de Messias. De doop volgt in de Bijbel altijd op een geloofsdaad. En dat houdt een keerpunt in, een ommekeer in je leven, waarvan je getuigd dat je zonden weggewassen zijn door het bloed van Jezus. Je belijdt de melaatsheid van je zonden en schuld aan God en neemt Gods genade aan door het geloof. Wanneer je dat uit genade doet, mag je zeker weten dat je oude mens met Hem gestorven is, maar ook dat je weer met Hem opgestaan bent in een nieuw leven. Dat noemt de Bijbel wedergeboorte. Je wordt wedergeboren door de Heilige Geest wanneer je je oude leven aflegt en opstaat in een nieuw leven met Jezus. Door de doop worden we gelijk gemaakt aan Zijn dood en opstanding. In Romeinen 6 vanaf vers 3 wordt dit duidelijk gezegd. Dopen is dus je vereenzelvigen met Hem, één worden met Hem in Zijn dood en opstanding, zie ook Kolossenzen 2:13.
De doop is dus niet in de eerste plaats een geloofsbelijdenis of van symbolisch betekenis, maar er gebeurt daadwerkelijk iets. Het is van grote betekenis voor God en een duidelijke teken in de (geestelijke) wereld. Wassen in een mikwe was een gebod onder het oude verbond, maar het is ook een gebod van het nieuwe verbond.
Voor ons blijft dan over: ga leven uit Zijn opstanding en doodt zo de zondige verlangens van het vlees. Wandel door de Geest, wandel in het Licht met Hem en wees zo in Hem een licht voor je naaste. Laat je wandel in de hemel zijn. We zijn nu al hemelburgers in Hem, maar het beërven van Gods koninkrijk op aarde wacht nog, maar het zal zeker komen.